Aardewerken cilinder met religieuze inscriptie van de Babylonische koning Nebukadnezar II
Oude Midden-OostenDe holle cilinder draagt een religieuze inscriptie in spijkerschrift van de grote Babylonische koning Nebukadnezar II. Triomfantelijk kondigt hij de bouw aan van de tempel gewijd aan Lugal-Maradda, de hoofdgod van de oude stad Marad in Babylonië. Deze cilinder werd begraven in de fundering van de tempel van Marad. Onduidelijk is waarom voor deze inscriptie voor de vorm van een cilinder werd gekozen.
Koning Nebukadnezar II, die rond 600 v.Chr. in het huidige Irak heerste, was een hartstochtelijk bouwer. In de tekst op deze cilinder staat dan ook, onder andere, dat de koning oude tempels die tot ruïnes waren vervallen opzocht en weer vanaf de grond opbouwde. De koning vertelt in de tekst dat hij in de tempel van de Lugal-Maradda, hoofdgod van de stad Marad een oude funderingssteen vond van koning Naram-Sim, zijn ‘oude voorouder'. Koning Nebukadnezar vond dus een fundering van een koning die 1600 jaar voor hem (rond 2200 v.Chr.) aan de macht was geweest. Hij vertelt op deze cilinder verder dat hij de oude tempel heeft herbouwd en er ook een nieuwe funderingstekst heeft geplaatst. In totaal zijn er zo'n 30 cilinders gevonden, allemaal met dezelfde tekst. Die cilinders zijn rond 1914 gevonden op de kleine heuvel Tell Wannet es-Sa'adum (Irak) door de lokale bewoners. Op dat moment was de informatie uit de tekst over de oude naam van die, nog niet bekend. Omdat er op de cilinder staat dat het gaat om een tempel in Marad, was ineens duidelijk dat hier die oude stad gestaan had. Een ander belangrijke ontdekking uit de tekst was dat de opgegraven tempel een veel oudere voorganger had gekend. Kort na de vondst van de cilinders kwam een nog grotere verrassing: funderingsteksten uit de tijd van Naram-Sim. Koning Nebukadnezar II had die teksten 2600 jaar eerder al opgegraven, ontcijferd en uit respect weer teruggelegd. Deze tekst is geschreven in 2024 en is gebaseerd op: Willemsen (red.), Topstukken uit het Rijksmuseum van Oudheden, 2020, p.123.
Details
Afmetingen: D. 22 cm
Materiaal: klei
Periode: Neo Babylonische Periode 605-562 v.Chr.
Vindplaats: Irak, Marad
Verwerving: schenking 1938 juli
Inventarisnummer: B 1938/7.1